Hoe maak ik een verlaagd plafond?

Teken de Gyproc Liggers af op ongeveer 400 cm van het bovenliggende plafond/vloer. De ruimte tussen het bestaande plafond en de profielen is de dikte van het toe te passen isolatiemateriaal. Maak de liggers op maat en breng Gyproc Afdichtingsband aan op de rugzijde. Zet de liggers om de 75 cm vast met de juiste Gyproc schroeven, zie benodigdheden.

Maak de Gyproc Staanders ongeveer 1,5 cm korter dan de afstand vloer-plafond. Bevestig Gyproc Afdichtingsband op de twee buitenste staanders en zet deze om de 75 cm aan de muur vast met de juiste Gyproc schroeven in hout en met slagpluggen in beton. Let er tijdens het plaatsen van de staanders op dat de openingen voor de leidingen en elektra bij alle staanders op dezelfde hoogte zitten. Plaats de overige staanders met een hart-op-hartafstand (van middelpunt tot middelpunt) van 60 cm. Klem de staanders met de opening in dezelfde richting in de liggers. Let op: niet schroeven! Wanneer de staanders zonder te schroeven in de liggers zitten, is de kans op scheurvorming een stuk kleiner. Zie ook het artikel: ontstaan van scheuren.

De maximale overspanning van een verlaagd plafond met 45 mm profielen en 9,5 mm gipsplaten is 2300 mm waarbij de hart-op-hartafstand van de profielen 400 mm is. Wanneer er 12,5 mm gipsplaten worden toegepast is de maximale overspanning 2500 mm.

Bepaal de plaats van de lichtpunten en leg de elektraleidingen aan. Breng, indien gewenst, op de bovenzijde van de rachels ISOVER glaswol aan voor een hogere geluidsisolatie en/of brandwerendheid. Draag bij gebruik van isolatiemateriaal een mondkapje en handschoenen en snijd het materiaal op maat met een scherp gereedschapsmes.

Breng voor een nog betere geluidsisolatie, brandwerendheid én thermische isolatie ISOVER glaswol aan. Draag bij gebruik van isolatiemateriaal een mondkapje en handschoenen en snijd het materiaal op maat met een scherp gereedschapsmes. Vul de ruimte achter de profielen op met ISOVER Isolatieplaat of ISOVER Sonepanel. Hoe dikker de isolatie, hoe beter de geluidsisolatie. De isolatie mag echter niet dikker zijn dan het profiel en de achterliggende ruimte.

Kit rondom de naden van de constructie dicht met ISOVER VARIO^® DoubleFit kit, zodat er een luchtdicht en geluiddicht geheel ontstaat.

Wordt het verlaagde plafond tegen een plat dak geplaatst? Breng dan ook een dampremmende laag aan. Gebruik hiervoor dampremmende klimaatfolie, zoals ISOVER VARIO^® KM Duplex UV klimaatfolie, die met dubbelzijdige tape tegen het frame bevestigd wordt. Breng de folie op het hele raamwerk aan. Laat de foliebanen elkaar ca. 100 mm overlappen. Plak de naden van de foliebanen vervolgens af met ISOVER VARIO^® KB1 tape. De folie wordt toegepast om de constructie goed te laten ademen. Zo voorkom je schimmel en andere nare problemen. Let op: breng géén dampremmende folie aan als de wand wordt afgewerkt met tegels of dampdicht vinylbehang, maar gebruik dan isolatiemateriaal zonder dampremmende laag. Voorkom het doorboren van de ISOVER VARIO^® KM Duplex UV klimaatfolie. Plaats bijvoorbeeld geen inbouwspotjes in het plafond. 

De plafondpanelen worden haaks op de staanders en strak tegen de aansluitende bouwdelen gemonteerd. Controleer daarvoor eerst of de plaatverdeling goed uitkomt. Voorkom passtroken aan de randen kleiner dan 15 cm breed. Maak vervolgens de plafondplaten op maat en schuin kopse en gesneden kanten af, zodat een diepe v-naad ontstaat die later kan worden afgevoegd. Om te snijden: leg de platen horizontaal neer op een verhoging, bijvoorbeeld een stapel platen of schragen. Snijd met een scherp gereedschapsmes in de zichtzijde van de plaat. Op deze manier snijd je de kartonnen laag door waarna je de plaat eenvoudig kunt omvouwen. Snijd vervolgens de kartonnen laag aan de rugzijde door met een scherp gereedschapsmes.

Bevestig de platen met behulp van Gyproc Snelbouwschroeven 25 mm met een schroefafstand van maximaal 15 cm op de rachels. Gebruik de Gyproc Schroefkop om de schroeven op de juiste diepte in te draaien. Bevestig de platen steeds strak tegen elkaar. Zorg ervoor dat de kopse kant van de plaat op het hart van de rachel uitkomt en laat kopse naden minimaal 40 cm ten opzichte van elkaar verspringen.

De plafondplaten hebben ronde kanten die na montage sierlijke naden vormen. Voor een naadloos plafond: vul de naden op met Gyproc Voegenvuller. Volg daarvoor de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Schroefgaatjes en eventuele beschadigingen zijn hiermee ook op te vullen. Indien gebruik wordt gemaakt van de Gyproc Wandplaat: plak Gyproc Zelfklevend wapeningsband over de naden om scheuren te voorkomen en vul deze vervolgens met Voegenvuller. Werk het plafond af met Gyproc Voegenfinisher. Is de voeg daarna toch nog iets ingeklonken? Herhaal dan de bewerking met Gyproc Voegenfinisher voor een perfect glad plafond. Voor een perfect eindresultaat kan de voeg eventueel gladgeschuurd worden met behulp van een Gyproc Gips schuurblok.

Behandel het gehele oppervlak vervolgens met Gyproc Diepgrond, voordat het plafond verder afgewerkt kan worden. Het plafond is nu klaar om in één of twee lagen geschilderd te worden.